22 sept.- Tijdens de uitverkoop van de Larense boekhandel kreeg ik een half jaar geleden door eigenaresse Annelies Gehring het boek ‘Walraven van Hall, premier van het verzet (1906-1945) voor slechts € 5 in mijn handen gedrukt.
Het vertelt over een Zaandamse bankier die tijdens de Tweede Wereldoorlog een cruciale rol speelde bij het verstrekken van geld aan vrijwel de gehele Nederlandse illegaliteit, talloze gezinnen van zeelieden, 30.000 spoorwegstakers en duizenden ondergedoken joden. Om dat – met gevaar voor eigen levens- mogelijk te maken, pleegde hij de grootste bankfraude ooit samen met zijn broer Gijs (bert) de latere burgemeester van Amsterdam.
Tijdens de roerige jaren zestig van de vorige eeuw: de tijd van Provo, Hitweek, het Lieverdje, de Telegraafrellen, het schoonvegen van de Dam door mariniers en het huwelijk van Beatrix en Claus, had ik bij het vormen van mijn politieke mening een bloedhekel aan deze regent.
Bij het lezen van het boek geneerde ik me er een beetje voor.
‘Zie het in het juiste perspectief’, zei Frits Spits toen ik hem in het dorp tegenkwam en hem over het boek vertelde temeer, omdat ik er achter was gekomen dat bij het ontstaan van de Nederlandse Unie( 24 juli 1940) Gijs van Hall betrokken was geweest bij de oprichting van de afdeling Laren -Blaricum! En een propaganda-actie was begonnen om zo mogelijk, alle niet – NSB’ers lid te maken. Honderden sloten zich aan.
Ik werd nieuwsgieriger en bekeek o.a.de met vijf gouden kalveren bekroonde spannende en indrukwekkende speelfilm ‘De bankiers van het verzet’ waarin beide broers met vervalste waardepapieren de Nederlandse Bank beroofden die onder leiding stond van NSB-kopstuk Rost van Tonningen.
Op Internet ontdekte ik ook een ruim 400 pagina’s tellend boek ‘Alleen omdat ik een Van Hall ben. Gijs van Hall 1904-1977’ van Dirk Wolthekker.
’Hij loopt niet in de rails van de ambtenaar en werkt niet aan zijn imago, zoals de politicus. Hij is een zakenman’, quote de historicus Emma van Hall-Nijhoff vlak na het gedwongen aftreden van haar man als eerste burger van Amsterdam tussen 1957 en 1967.
Ik val met mijn neus in de boter en lees in hoofdstuk 5 dat het jonge gezin van Gijs en Emma – de meisjes waren intussen negen en vier- in Laren woonde op Grenslaantje 2. (tegenwoordig nr.5) Met daarbij als 9e voetnoot: strikt genomen woonden ze in Blaricum, maar zelf spraken ze voornamelijk van ’Laren’ vermoedelijk vanwege de locatie van het perceel op de grens van Laren en Blaricum.
Bij het uitbreken van de oorlog woonden ze er al vijf jaar en ‘Laren had zich inmiddels bewezen als een dorp met vele voordelen boven Amsterdam’, schrijft Wolthekker. Ik bel hem op voor een interview op de universiteit. Ik wil meer weten hoe Gijs’ tijd was in Laren tijdens het verzet.
Ook lees ik de verbazing van de auteur op blz.143 in het bij uitgeverij Balans verschenen boek.
‘Op het lijstje met (achteraf) bekende lokale verzetshelden, komt Gijs van Halls naam niet voor. Ook in het meest recente boek over de oorlogs- en verzetsgeschiedenis van Laren ontbreekt zijn naam.
Bol an mensen, volgende week veel meer uit dit interessante boek over de familie van Hall en hun (verzets) tijd in ‘Laren’.
Leo Janssen
Reactie van Jaap Smuling
Beste Leo,
Zojuist las ik jouw stuk over de bankiers van het verzet. Daarbij viel mij o.m. op dat van Hall families van zeelieden hielp.
Zie het als een voetnoot, maar ik vind het leuk om je hierbij het verhaal van mijn opa toe te sturen. Hij heeft ook aan de zgn “Zeemanspot” bijgedragen.
https://www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu/jacob-smuling
Hartelijke groet,
Jaap Smuling