11 nov.- Afgelopen zaterdag werd mijn lieve, nog enige zusje Bep, 85 jaar. Ik ben dol op haar want zij gaf me in ons grote gezin van jongs af aan liefde mee voor kunst. 11 jaar ouder sleepte ze haar kleine broertje overal mee naar toe: eerst vanuit Hilversum met de kinderwagen naar het defilé op paleis Soestdijk, later met de fiets naar de grammofoon platenconcerten in het Singer waar een volle zaal op zondagmiddag keek naar een kunstig werkstuk van bloemist Theo Bitter, terwijl de tremolo’s van Vivaldi’s ‘La Tempesta di Mare’ golvend de zaal in rolden.
Om haar hoge leeftijd te vieren – je merkt er weinig van, ze is altijd op pad, een echte Janssen- had ze haar twee zoons en dochter uitgenodigd met hun partners en kleinkinderen naar Singer Laren te komen. Sinds het plotseling – op 40 jarige leeftijd -overlijden van haar man doet en deelt het gezin veel samen: een hecht team. De rondleiding door de schatkamer van haar Larense herinneringen zou worden afgesloten met een lunch in ‘Rust wat’.
Ze belde me erover op en vroeg of ik de rondleiding wilde doen. Ik liet het me geen twee keer zeggen. Natuurlijk, juist voor haar. Hoe Laren eind negentiende eeuw ‘ontstond’, en wie er een rol in hadden gespeeld. Ik begon bij het opnieuw geplaatste – nu in brons gegoten- beeld van Jan Hamdorff op de Brink bij de Coeswaerde. Geen mooiere start met uitzicht op het voormalige Kroegje, Hotel, Mauvepomp en Brinkhuis waaruit het dorp zich door pastoor Hartman en de oud-wethouder/hotelier Hamdorff als katholiek- en kunstenaarsdorp ontwikkelde, emancipeerde en de broedplaats werd voor menig vernieuwingsbeweging.
Via Larens oudste kroeg t’ Bonte Paard en de 500 jaar bestaande Johanneskerk, begonnen we in de voormalige villa met de kleine expositie over Anna Singer naar aanleiding van de net verschenen biografie over haar. Even raden voor wat voor een bedrag de Tiffanylamp in de oude kamer van de Singers is verzekerd, het bewonderen van het prachtig borduursel met de drie zwanen boven de schouw duidend op de ‘ménage a trois’ van Anna,William en Martin Borgord en vervolgens richting de Nardincvleugel .
Verhalen over Els Blokker, het modernisme, Jan Sluijters’ komst naar Laren, de ‘Mona Lisa van ons dorp’ (zijn grote liefde Greet), Herman Kruyder; mijn zusje ging er even bij zitten.
Via de jubileumexpositie van de Kunstenaarsvereniging Laren Blaricum hilariteit bij de kinderen omdat kunstenaar Pieter Hogenbirk hun oom op een velletje had getekend als onderdeel van zijn kunstwerk over de Sint Jansprocessie.
Op naar ‘De Nieuwe Vrouw‘, de geweldige expositie over de veranderende maatschappelijke positie van de vrouw begin twintigste eeuw. We kwamen niet verder dan de sigaretten rokende uitdagende muze van Leo Gestel en ‘ fietsende vrouwen’.
Een kwartier later moe en voldaan deed het restaurant wat het beloofde ‘Rust wat’. Weer terug in Reeuwijk appte ze. ‘Wat een leuke gezellige dag. Ik ben blij met zo’n Broer(tje).’ Ik met zo’n Zusj(e), dacht ik en keek naar de foto die ik op mijn t-shirt had laten zetten. Een trots meisje een broekie van een jaar of drie omarmend. Heerlijk zo’n zusje , al is ze 85. Bol an mensen, ik koester het!
Leo Janssen