8 mrt.- Vorige week wandelde ik met Snoetje richting de Brink op weg naar de Larense Boekhandel. De kathedrale bomen op de Brink werpen dit vroege voorjaar door het scherpe licht van de late avondzon hun lange schaduwen vooruit bij de Van Wulfenbank. ‘Het dak gaat eraf’ ‘schreeuwt’ het spandoek op het hek van ’t Bonte Paard. De pluimen die boven de nok van Larens oudste kroeg uitsteken moeten nog worden afgesneden, maar dan kan het dak wanneer het met de rietvorsten is vastgezet weer tientallen jaren mee. Snoetje trekt me terwijl de stoplichten nog op rood staan, schuin het zebrapad op. Twee ‘soortgenoten’ ruiken haar aandacht. ‘So cute’ blikt de dame met choco- mini doodle naar Snoetje, terwijl onze riemen in elkaar verstrikken. Snoetje, acht maanden oud, nestelt zich plat op haar buik en blaft de hele boel bij elkaar. ‘Heb jij zoveel te vertellen’, merkt een wachtende fietser op, terwijl het licht op groen springt. We kuieren langs ‘de schaapherder’ van Willy Mignot naar de Larense Boekhandel. Aan de balie vraag ik of de auteur van wie ik een boek wil bestellen, Joris Escher, weleens bij hun in de zaak is geweest. Ik leg uit dat ik hem de avond tevoren had gehoord bij het programma Kunststof. In zijn debuut ‘Escher worden’ beschrijft de auteur hoe hij in een negentiende-eeuwse Chinese lakdoos met ivoren puzzels twee 90 jaar oude tekeningen vindt van zijn oudoom, de wereldberoemde graficus M.C. (Mauk) Escher. Hij vermoedt dat deze vroege studies een sleutel vormen in de ontwikkeling van Escher als kunstenaar en begint een ontdekkingsreis naar de oorsprong van diens fascinaties. Wie was zijn oom Mauk? Hoe is hij Escher geworden? Intrigerend. Op een gegeven moment vraagt radio-interviewer Frenk van der Linden: ‘Wat moeten we verder weten als het gaat om het visitekaartje van jou?’ ‘Misschien dat ik uit dezelfde plaats kom waar Mauk zijn laatste dagen heeft beleefd. Laren Noord-Holland’ Mijn chauvinistische nieuwsgierigheid voor ‘Bol an’ is gewekt. Interessant om deze Boekenweek erachter te komen hoe dat zit. En hoe hij, achterneef van M.C. Escher, in zijn voetsporen treedt en zijn ontwikkeling volgt van jongeman tot de graficus-kunstenaar die wij allemaal kennen. Het boek maakt, lees ik op de flaptekst, van het genie Escher weer een aanraakbaar en feilbaar mens. Op de terugweg naar huis met het boek in de hand, kom ik drie uitgeshopte dames tegen. ‘Wat een bolletje wol, mag ik hem aaien? Snoetje ligt al midden op de stoep op haar rug te spartelen. ‘Mevrouw, ik heb nog nooit zoveel belangstelling van dames gehad sinds dit ‘witte wonder’. Ik wou dat ik hem had gehad toen ik 18 was’, zeg ik gekscherend. De dames lachen. ‘Of heeft u deze gehuurd’, reageert er een gevat! De volgende dag helpt Annelies van de boekhandel me hoe ik via via achter Eschers telefoonnummer kan komen. Ik bel hem op en spreek op zijn verzoek af in het Rosa Spier Huis. Jammergenoeg komt er een begrafenis tussendoor en kon ik het interview deze week nog niet uitwerken.
Leo Janssen
‘Escher worden’ uitgeverij Atlas Contact. ISBN 9789045047980