21 juli.- Donderdag moest ik Annemarie even naar de tandarts brengen in het voorste gedeelte van het gemeentehuis. Inmiddels het oúde gemeentehuis, want hoewel de tandarts er voorlopig blijft zitten, is het College van Burgemeester en Wethouders en het bestuurssecretariaat de afgelopen week verhuisd naar het Brinkhuis. Midden in het centrum, dichtbij de mensen.
Achter in de hal bij de dokterspost besloot ik te wachten op mijn vrouw. Door de glazen entree kwam Hanneke aan. ‘Als ik hier kom, voel ik me altijd een beetje thuis’, begroette ze me. 28 jaar was Hanneke de Heus de koffiejuffrouw van de gemeente. Een schat van een mens, een sfeermaker eerste klas, een soort Mien Dobbelsteen uit ‘Zeg ‘ns Aaa’. Altijd hart op de tong, opgewekt en vol humor. ‘Je ziet er nog zo jong uit’, zei iemand pas tegen de inmiddels gepensioneerde. ‘Dat komt omdat ik altijd met veel plezier gewerkt heb’, antwoordde ze. Hanneke’s onaangekondigde komst op dinsdagmorgen in de burgemeesterskamer gaf lucht aan menig verschil van mening binnen de collegevergadering.
Ik vertelde Hanneke dat de plek voor mij als oud-wethouder ook altijd bijzonder blijft. ‘Jou heb ik ook nog op de foto’, zegt ze en vol melancholiek. ’Ik kijk wel eens in die ouwe fotoboeken, maar ik stop ermee. Velen zijn er niet meer.’ Met een knik beaam ik het.
Annemarie kwam eraan en we reden naar huis richting de Brink.
‘Wat is het dorp ’s ochtends toch schitterend’, constateerde ze met een ‘kunstenaarsblik’ naar de zonovergoten lichtvlekken, achteloos gestrooid in het groen van de Brink. Het dorp is met vakantie, dacht ik, menig dorpsgenoot heeft de koffer gepakt, hopelijk niet richting zinderende hitte.
Annemarie en ik blijven thuis. Landelijker en romantischer kan Laren zomers niet zijn. We genieten volop van de goudgele Sint Jansrogge die rijp is om gemaaid te worden aan de rafelrand van het dorp , van het beestenspul op ‘Het geitenweitje’, de klaprozen, de zonnebloemen en de suikerspin gekleurde lathyrussen die in de moestuintjes in volle bloei staan.
Een lust voor het oog.
De laatste weken ben ik druk bezig met de afronding van mijn nieuwe boek, een bundeling van 90 nieuwe columns voor de Laarder Courant de Bel. ‘Bol an Deel 3’ verschijnt eind september. Daarbij een kleine 250 illustraties. O.a. ook ‘Toen & Nu’s’, afbeeldingen van plekken hoe ons dorp er vroeger uitzag en tegenwoordig.
Duizenden foto’s heb ik doorgespit. En honderden ansichtkaarten. Zou er nu nog iemand zijn in de tijd van iPhone en sociale media die zich verwondert over zijn vakantie en een mooie ansichtkaart naar huis stuurt, vroeg ik mij af toen ik in mijn archief een foto tegenkwam van Ome Gijs Duurland.
Hij was niet zozeer van het sturen van ansichtkaarten, maar wel van het ontvangen. Hij woonde naast het geboortehuis van Annemarie en was de uitbater van Café Wilhelmina op De Pijl, het zijstraatje van De Rijt dat niet is veranderd sinds het de vorige eeuw op een ansichtkaart is afgebeeld. ‘Als Ome Gijs er niet was geweest, was er nooit een foto van ons genomen. Thuis hadden we er het geld niet voor’ Met groot respect praat Annemarie over hem.
Ome Gijs ging voor zover ik weet nooit op vakantie. Misschien hooguit op bedevaart met de bus naar Kevelaer. Als Annemarie en ik op vakantie gingen – en door mijn werk bij de radio had ik, net twintig, vaak lange vakanties, soms wel een week of zes, dan stuurden we steevast ansichtkaarten naar Ome Gijs en bij thuiskomst klonk er dan na een paar dagen vanaf de deel met hese stem ‘Jullie hebben wel een heel bijzondere reis gemaakt.’ Of dat nou naar Indonesië was, de Antillen of voor mijn werk later naar Burkina Fasso of Vanu Atu. Ome Gijs had de vakantie- of reisbestemming in de atlas opgezocht, en wellicht in gedachten gemaakt. Moraal van het verhaal:
‘Wie wijs luistert hoeft niet op reis, het paradijs, fluistert overal’
Bol an mensen, die laatste strofe is van de dichter Leo Vroman. Een fijne vakantie waar u zich ook bevindt.
Leo Janssen
LUISTER HIER NAAR DE CIOLUMN ZOALS GESPROKEN BIJ RADIO NH GOOI
foto: Angelique Verbeek