5 okt.- Met een delegatie uit Laren waren we afgelopen donderdag uitgenodigd op de afscheidsreceptie van Elbert Roest in Bloemendaal. De dinsdag ervoor had burgemeester Nanning Mol -eindelijk na zes jaar- in het nieuwe onderkomen van het college in het Brinkhuis, het portret ‘van zijn geliefde voorganger in ons dorp’ onthuld.
‘In een lange traditie laten we onze burgemeesters vereeuwigen. Het zijn er niet veel, want burgemeesters blijven lang plakken in Laren!’, grapte hij. ‘Elbert, bedankt voor wat je 15 jaar voor Laren hebt gedaan. En donderdag zijn we erbij als je afzwaait als burgemeester van Bloemendaal’.
Wat onwennig en niet vertrouwd sta ik tussen de vele mij onbekende gasten in het statige wit gepleisterde gemeentehuis en denk aan het spraakmakende afscheidsinterview van Elbert in de Volkskrant.
‘De afgelopen jaren haakte menig burgemeester van Bloemendaal voortijdig af’, maar Roest volbracht zijn ambtstermijn van zes jaar. En dat mag een wonder heten. Zijn vrouw vroeg hem regelmatig of hij aan zelfkastijding deed. Zelden werd een burgemeester als Elbert Roest in Bloemendaal zo vaak ten onrechte beschuldigd van integriteitsschendingen’.
Wat heeft dat u gedaan?, vroeg de journaliste aan Elbert. ‘Ik kan wel de grote jongen spelen en zeggen dat ik er niet van wakker heb gelegen, maar dat zou te ferm zijn: ik heb er heel veel uren wakker van gelegen. Ik heb het blijkbaar kunnen doorstaan. Ik denk dat ik er mentaal sterker door ben geworden. Gedeukt, zo voel ik me. Maar niet geknakt.’
In het interview vertelt hij dat er tijdens zijn ambtstermijn maar liefst 160 integriteitsklachten zijn ingediend. ‘Dat waren klachten tegen wethouders, raadsleden, ambtenaren en tegen mij. 5 van die 160 klachten zijn door de commissie gegrond verklaard. En laat dat nou net die raadsleden betreffen die de andere 155 beschuldigingen hebben geuit. Wat mij betreft is dat een ontmaskering.’
Op het podium spreekt Commissaris van de Koning Arthur van Dijk Elbert toe die inmiddels samen met zijn vrouw Kiki plaats heeft genomen op de twee koninklijke stoelen. De CDK prees zijn verdiensten en overhandigde hem als dank twee manchetknopen om hem vervolgens namens de Koning te onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Het applaus van de aanwezigen klonk als meer dan verdiend en zeer gegund.
Een delegatie van de Bloemendaalse gemeenteraad zwaait hem lof toe, maar het stelletje dat hem de afgelopen zes jaar- in mijn ogen – continu heeft getreiterd met integriteitsklachten is niet aanwezig.
Dan neemt de decorandus het woord.
‘Als je als burgemeester na ruim zes jaar met opgeheven hoofd en via de voordeur uit Bloemendaal vertrekt dan ben je een gezegend mens. Dat het hier in het raadhuis ook nog eens op deze manier gebeurt, geeft mij enorme voldoening’
Het applaus is massaal en langdurig.
In zijn indrukwekkende speech beschrijft hij hoe hij zich als burgemeester van Bloemendaal als een soort evenwichtskunstenaar de afgelopen jaren intensief heeft bewogen tussen het zijn van een boegbeeld en aambeeld.
Hoe blijf je in een volatiele omgeving overeind waar feiten dikwijls aanzienlijk minder interessant zijn dan beelden en waar oordelen zonder kennis regelmatig het normaal vormen? Waar de politieke cultuur methoden kent die de legitimiteit van de lokale democratie onder druk zetten en waar de burgemeester voortdurend veroordeeld is tot normhandhaving?
Net zoals in het Volkskrantinterview heeft hij het over de gevaren van ‘integritisme, over de inflatie van het begrip integriteit.
Op het artikel, zegt hij tussendoor schertsend, maar ook wat cynisch, heeft hij vele uitnodigingen gehad voor spreekbeurten in het land.
Na afloop is er bij Elbert thuis met vrienden een heerlijk warm buffet vooraf gegaan door een uit volle borst meegezongen feestlied. In zijn tuin – het is eind september nog een mooie zomeravond- gaat de Larense delegatie met de pas gelauwerde ridder en Kiki op de foto. Onze burgemeester is dan al naar het voor hem ‘verplichte’ provincieconcert vertrokken.
‘Laren heeft Elbert uitgeleend aan Bloemendaal, vandaag halen we hem weer op!’, klonk het eerder die middag als droog komisch grapje, als een tongue-in-cheek, uit zijn mond.
Bol an mensen, het was een enerverende week met onze oud-burgemeester.
Eindelijk rust. Van harte Ridder!
Leo Janssen