15 nov.-
Halverwege het gesprek vergelijk ik hem met Kick Wilstra, de stripheld uit mijn jeugd, de wonder-spits met blonde lok, die scoort uit alle standen, het liefst de winnende goal in de laatste minuut. ‘De blonde pijl van Laren’, onderbreekt Kik Thole mij met een bescheiden lach. 60 jaar is de befaamde linksbuiten van weleer al lid van de deze week 100 jaar bestaande Larense Mixed Hockey Club. In 1923 met 16 leden begonnen op een modderig veldje op het Maatschappij-terrein aan de Eemnesserweg. Inmiddels uitgegroeid tot een ultramoderne sportclub met 1300 leden op een dorpsbevolking van nog geen 12.000 inwoners.
Bij Kik thuis op de Vredelaan – met die bijzondere voorgevel uit 1638, gesloopt uit het koetshuis van de Ruïne van Brederode, herinneren foto’s, plakboeken en een bronzen beeldje gemaakt door zijn vrouw Marja, aan zijn imposante hockeycarrière. Landskampioen met Laren (1969), 56 caps voor het Nederlands hockeyteam, 2 Olympische Spelen en erevoorzitter van de eeuweling die hij vele jaren leidde. Burgemeester Elbert Roest benoemde hem terecht tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. ‘Door mijn zusjes die hockeyden bij ‘de Gooische’ ben ik na het voetballen bij AW, Allen Weerbaar, als 12-jarige gaan hockeyen bij Be Fair. Wat ik altijd belangrijk vind is, dat wanneer je aan sport begint, je dat niet moet doen uit fanatisme voor de sport, maar omdat je het gaat doen met je vriendjes.’ De middelbare school begonnen op het Vituscollege werd afgemaakt op het Nieuwe Lyceum in Hilversum. Ik kwam daardoor in aanraking met andere jongens en omdat ik in vertegenwoordigende elftallen speelde, kwam ik in Laren terecht. Be Fair werd een maatje te klein voor me. Het Hockey van toen is niet te vergelijken met nu. Een totaal ander spelletje met kunstgras, hoge ballen en hartslagmeters op de rug. Mijn tijd was meer van ‘het gezellige’, ‘het studentikoze’. Biertje en gevulde koek na afloop. En feesten. In hotel Hamdorff. Legendarisch. Lees het schitterende jubileumboek Laren75 er maar eens op na ‘Eerst in ’t Bonte Paard brandewijn met suiker als inspirerende brandstof en vervolgens met de fiets door de draaideur van Hamdorff naar binnen om aan de bar een biertje te bestellen, gasten lastig te vallen, een beetje te gooien, vieze woorden door de microfoon te roepen, kortom genieten’. De inmiddels gepensioneerde verzekeringsmakelaar moet er nog een beetje om lachen. Hij heeft zoveel met hockey meegemaakt. ‘Ik ben niet zo van het bewaarderige, maar het zit allemaal in mijn kop. Die historische match op de Olympische Spelen in Mexico. We speelden om 11 uur, net voor het warmste deel van de dag tegen Spanje. Gelijk. Twee keer 15 minuten verlengen. 0-0 Daarna bij 35,5°C steeds 7,5 minuut door zonder te mogen drinken en geen rust! Tot de goal zou vallen. ‘Last men standing’. Controle over je lichaam ben je kwijt. Verzuurd. Na 2,5 uur hadden de coaches besloten dat het de laatste van de 10 wissels zou worden. Ze konden het niet meer aanzien. Net voor het einde in de laatste minuut, heb ik de winnende goal erin geslagen . Ik weet er niks meer van. Alle spelers lagen op hun tong. De Spanjaarden moesten zelfs meteen door om het vliegtuig nog te halen.’