15 mrt.-
Na het mysterieuze anderhalve krantenbericht over een mogelijk gemiste en in de Laarder Courant de Bel betreurde kans dat Laren halverwege de jaren vijftig een mogelijk Van Gogh Museum was misgelopen, kwam ik niet veel verder dan de zeven kantjes herinneringen van Johan van Gogh, zoon van Ir. Vincent W. van Gogh, beheerder van de schilderijen-, tekeningen- en brievencollectie van de wereldberoemde schilder waarin hij zijn jeugd beschrijft in ’t Lanthuys’ op het Rozenlaantje waar de kostbare schilderijen ruim op het toilet en aan de muren hingen.
Ik kreeg bij mijn zoektocht naar ‘het waarom’ constant nul op het rekest; vier jaar lang. Singer Laren had weinig nieuws te melden. Conservator en auteur Emke Raasen, die zo’n beetje alles over de Larense kunstenaars van destijds weet, bleek geïnteresseerd, maar kwam niet met een duidelijke antwoord of aanwijzing waar ik op hoopte. Spittend in collegeverslagen in het gemeentearchief en het (wat ontoegankelijke) streekarchief Gooi- en Vechtstreek leverden geen resultaat op. Of ik keek verkeerd. Vervolgens e-mails gestuurd naar het Van Gogh Museum. Een interessante en hoopvolle reactie:’ Senior researcher mevrouw Roelie Zwikker is bezig met een biografie over ‘de ingenieur’, maar heeft tijdens haar onderzoek geen aanwijzingen gevonden dat ir. Van Gogh zijn collectie zou hebben aangeboden aan het Singer Museum of de gemeente Laren. Tussendoor bekeek ik oude luchtfoto’s van Laren rond het Rozenlaantje of er überhaupt wel ruimte genoeg voor zou zijn geweest. Je kon duidelijk zien dat ‘’t Lanthuys’ aan een open veldje lag, door kinderen ‘’t landje’ genoemd: lekker om te voetballen en te hockeyen en ieder jaar was er een groot paasvuur. Een deel was in bruikleen bij klompenmaker Zaal. Pas in de zeventiger jaren werd het bebouwd. Zou de werktuigkundig ingenieur zijn museum hier hebben gedacht? Ik staakte even met zoeken. Het kon nog wel even duren voor de biografie in de winkel lag en ‘als je haast hebt, moet je gaan zitten’ is mijn motto altijd geweest. Ik begon te denken hoe het in de vijftiger jaren in Laren was geweest. Er was de opening van het Singer Museum in 1956 met een concertzaal aan de gemeente geschonken door Anna Singer-Brugh ter herinnering aan haar man de kunstschilder en filantroop William Singer jr. Mogelijk dat Anna er uit concurrentie overwegingen moeite mee had ? Of haar ‘beschermheer’ de kunstschilder Jaap Dooijewaard,die zich actief had beziggehouden met de op- en inrichting van het museum? Ik las er het boek ‘De Singers & de Dooijewaards’ op na van pianolerares Kokky Beumer. Met haar zus Catrientje huisvriendinnen van de kunstschilders de gebroeders Jaap en Willem Dooijewaard, maar het gaf geen inzicht.
Jaap Dooijewaard was na de dood van William Singer jr. in 1943 in het Noorse Olden de’ beschermheer’, de steun en toeverlaat, geworden van Anna. Dat had hij aan het sterfbed van zijn vriend William beloofd. Hij had ook grote invloed op haar, trok veel met haar op en bepaalde mede wat haar ‘wat behoudende’ smaak was. November 2022 verschijnt verrassend een prachtig boek, geschreven door Jet Boetje over ‘het verborgen leven van Anna Singer’. Maar ook daarin viel niet iets te ontdekken waar ik naar op zoek was. Ik zat een beetje op dood spoor, maar sprak er wel met mensen over die ik tegenkwam bijvoorbeeld bij een opening, boekpresentatie of lezing in Singer Laren. Zo ook Jaap van Duyn, kunstkenner en subsidiënt van menig artistiek evenement of kunstboek. Zijn Stichting Gifted Art’ ondersteunt allerlei projecten vooral over Vincent van Gogh, een persoonlijke passie. Hij bleef een beetje vaag, maar van het idee een mogelijk Van Gogh Museum in Laren destijds keek hij niet op. Ik belde hem later en vertelde hem nogmaals mijn veronderstelling.’ Zet het op papier’ vroeg hij,’ dan leg ik het voor aan iemand bij het Van Gogh Museum die ik goed ken.’ (Iets dat ik via de biografe al had gedaan, maar wie weet komt hij verder dan ik, dacht ik, en ‘niet geschoten is altijd mis’). Ik mailde hem de chronologie van mijn speurtocht. Hij zond het naar Amsterdam en kreeg diezelfde middag nog antwoord van Van Gogh wetenschapper en auteur Teio Meedendorp Hij schreef ‘Zelf denk ik het ook ergens te hebben gelezen en gezien het feit dat ir. Vincent Willem van Gogh op het Rozenlaantje woonde, is het niet ondenkbaar dat hij hier ooit met de Gemeente Laren over gesproken heeft,’ Hij kon ons niet verder helpen. Nog geen halfuur later mailde hij opnieuw en had toch wat informatie gevonden. Onder andere dat de ingenieur midden jaren vijftig voor de inmiddels wereldberoemde collectie van zijn oom een plek zocht, diverse locaties hadden de revue gepasseerd voordat de mogelijkheid van een museum in Amsterdam in zicht kwam. Hij stuurde er een fotokopie bij Van Gogh Museum Journal 1995, over het ontstaan van het museum. Zou het dan toch? Was ik warm? Bol an mensen, morgen meer!
Leo Janssen