24 mrt.-Moet je in Laren geboren zijn om jezelf een Laarder te mogen noemen of is hiér wonen genoeg? Wat ís een echte Laarder? En wat een Larinees?
Ik stelde mij die vragen naar aanleiding van een opmerkelijke artikelenreeks in Het Parool over ‘De échte Amsterdammer’. Waarom vinden zij het zo belangrijk om bij hun stad te horen?
Ik besloot voor wat Laren betreft de proef op de som te nemen en ging tijdens mijn ochtend ommetje met Snoetje in ons dorp op zoek naar ‘de échte Laarder’. Genietend van het zachte lenteweer kuierden we langs het opnieuw ingezaaide S.O.L.L.akkertje bij de Harmen Vosweg richting de Volkstuintjes. Waar het pad de 2e Ruiterweg kruist, is het altijd een ‘va et vient’ van hondenliefhebbers.
‘Wanneer ben je nou een echte Laarder’, vraag ik. ‘Als je er staat ingeschreven’, is het duidelijke antwoord. ‘Maar ik ben als Larense baby destijds in ziekenhuis Tergooi geboren en sta dus in Blaricum ingeschreven’, aldus een geboren en getogen Larense.
‘En als je er al dertig jaar woont zoals ik’, riposteer ik. ‘Dan ben je in principe een Larinees. Import. Maar na zo’n lange tijd heb jij het wel bijna verdiend’, klinkt ze geruststellend.
Grappig eigenlijk, want in het kwartaaltijdschrift van de Historische Kring Laren las ik in een artikel van Wim Keizer destijds dat volgens een best opmerkelijke theorie de benaming ‘Larinees’ oorspronkelijker zou kunnen zijn dan ‘Laarder’.
Eenzelfde ‘situatie’ heb je bijvoorbeeld bij Den Haag en Zutphen. De hofstad kent Hagenezen en Hagenaren, Zutphen, Zutphenezen en Zutphenaren.
De ‘nezen’ zijn de personen die er geboren zijn, omdat het is afgeleid van het Franse werkwoord ‘naître’ (geboren worden) met als vervoeging né: geboren in… Laren dus. De echte ‘francophone’ moet zich maar eens melden!
Terwijl ik verder liep via Ruiterweg, monumentale Vlasschuur en Kerklaan met in de verte de magnolia van de burgemeester in volle bloei, spreek ik op straat diverse dorpsbewoners, die ik tegenkom, spontaan aan.
‘Iemand die er geboren en getogen is, en misschien toch ook wel van een boerenfamilie. Een erfgooier, authentiek, sociaal en niet wat je nu in Laren tegenkomt, van die high societyfiguren met dito auto’s. Een Laarder is van het gewone volk’
Ik vraag het ook aan Frits Spits die toevallig op De Rijt aan komt fietsen. ’Een Laarder houdt van de hei, cultuur, schilderkunst en van ruimte om zich heen’.
De volgende dag is het Nationale Opschoondag en wordt het centrum door een stel vrijwilligers van zwerfafval ontdaan. Na afloop drinkt de schoonmaakploeg waaronder burgemeester Nanning Mol koffie: ‘Een echte Laarder? Vier sterren! Een echte Laarder houdt van andere mensen, want anders kom je hier niet wonen. Dat doen we lekker boven, op en met elkaar.
We doen mee met de ‘happy samenlevingspret’. Lekker achter mijn heg, heerlijk rustig, geen gekke dingen. Als je een beetje anders bent, dan ben je welkom. Iedereen is een Laarder voor mij. Als nieuwkomer, mag je je meteen onderdompelen in onze identiteit. Laarders en Larinezen? Er zijn geen a- en b-Laarders. Een echte Laarder heeft liefde voor het dorp, doet mee met allerlei evenementen, moppert ook een beetje, maar kijkt vooral drie keer per dag op Bol -An, grapt de burgemeester naar mij.
Het is boekenweek met als thema ‘Bij ons in de familie’, het boekenweekgeschenk ‘gezinsverpakking’ heb ik nog niet. Onderweg naar de Larense Boekhandel kom ik op de Naarderstraat Hennie tegen die ik ken van het dagelijks ommetje rond de Lingenskamp. Als ik haar vraag naar de echte Laarder klinkt het bescheiden: ‘Ik ben er niet geboren, maar ik vind het zo bijzonder dat ik hier mag wonen’ Een echte Larense!
Bol an mensen, een hoera-tje voor de nieuwe bezitters van een erepenning van de gemeente Laren: Marc en Saskia Vos. Jaren gewoond in Blaricum, jaren zich ingezet voor Laren. Echte Laarders dus!
Leo janssen