14 febr.- Een van de meest opvallende huizen in ons dorp staat schuin tegenover de molen op nummer 17: een wat saaie blokkendoos met plat dak die dubbel is bewoond. Op de gevel staat ELTA.
Op een van mijn dorpswandelingen rond de Neuhuysweg fietste Jacqueline Marjot, een van de zeven dochters – de jongste- van Ome Ko, de legendarische uitbater in mijn jeugd van t’ Bonte Paard, mijn groep bijna voorbij, stapte af en vertelde me dat dat aparte huis met die wonderlijke naam eind jaren zestig een pension was waar de eerste Spaanse gastarbeiders verbleven en die – volgens ‘de geruchten’ aan de stamtafel van Larens oudste kroeg, met name uit de mond van een van de kelners die in dat huis ook een kamer had – in shifts sliepen in het zelfde bed; nacht- en dagploeg wisselden elkaar af in de sponde.
Buurvrouw Betty die er destijds schuin tegenover woonde – en nu nog woont- herinnert zich als meisje in ieder geval de mooie zwarte krullen van de mannen.
De naam ELTA intrigeert me. Goed kijkend moeten er meer namen op de facade hebben gestaan, dat is tenminste te zien aan de vlakken aan de rechtervoorkant van het huis.
Met een beetje speuren in het archief van Gooi en Vechtstreek kom ik erachter dat de woning gebouwd is in 1903 en wordt vermeld als pension ‘Gods Rust’, hetgeen bevestigd wordt door de Larense auteur Peter van der Ploeg die schreef dat de vrouwelijke schilder en pastelliste Mien Marchant (1866-1952) er een kleine anderhalfjaar rond 1909 heeft gewoond voor ze zich definitief vestigde in de ateliervilla ‘De Hazelaar’ op het huidige Mauvezand 17.
Een andere naam die in het archief bij het pand Molenweg 15 (later 17) opduikt is die van G.Hillmann, een Amsterdamse pensionhouder die zich volgens stratengids en krant in 1934 vestigt in Laren.
Via de beeldarchivaris van de Historische Kring Gerard Morsink ontving ik enkele verrassende foto’s van Hillmann’s familie of van enkele van zijn gasten, die in de voortuin met op de achtergrond de Larense molen poseren voor het bord Pension “ELTA” voor zomer en winter.
Later die week kom ik op het Zevenend molenaar Hans Calis tegen, al 37 jaar laat hij de wieken van zijn korenmolen draaien en blijft dat voorlopig ook doen, ondanks dat de molen, aldus de locale tam tam, onlangs is verkocht aan de tandarts van de koningin en de prinses, maar dat blijkt een misverstand, de vrouw van de nieuwe eigenaar is tandarts. Benieuwd wat het gaat worden.
De molenaar vertelde mij uit zijn vaders overlevering dat er het talrijke jehova gezin van Duurland heeft gewoond waarvan de heer des huizes kookte voor alle pensiongasten en het er naast gelegen huis op nummer 17a de familie Van den Bergh woonde waar in kookwaren -potten en pannen- of drogisterijartikelen werd gehandeld. Mogelijk heeft daar ook een bord gehangen waar MARIANNE op stond.
Hans vertelde ook dat in het ELTA-huis een van de vorige eigenaren helemaal gek was van de vliegerij, hij sprak zelfs van een piloot die er gewoond heeft en dat de naam ELTA verassend staat voor Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam. Dit gigantische evenement werd van 1 augustus tot 14 september 1919 gehouden in een grote tentoonstellingshal waar 51 vliegtuigen stonden opgesteld. Doel van de ELTA was het Nederlandse publiek enthousiast te maken voor de luchtvaart.
Het kan haast niet anders dat die naam gegeven is door eigenaar G.Hillmann.
Het meest bijzondere verhaal aan ‘de ELTA -blokkendoos’ is wel de afschuw die het gemeenteraadslid en Eerste Kamerlid Henri Polak had van dit soort architectuur. Begin twintigste eeuw werden er in ons dorp allerlei soorten huizen gebouwd. ‘Karakterlooze dingen’, ‘caricaturen van landhuizen’, ‘wanstaltige bouwsels’ die volgens Polak ‘de schoonheid van het oude dorp dreigden te vernietigen’. Reden voor hem om Laren als eerste gemeente in Nederland in 1922 een ‘welstandsbepaling’ te laten opnemen in de bouwverordening. Deze gemeentelijke schoonheidscommissie zou de ‘nieuwe leelijkheid ‘moeten voorkomen. Het ‘karakterloze gebouw’ ten spijt is ELTA honderd jaar later inmiddels een monument geworden. Bol an mensen, welk gebouw van nu vindt u dat een monument van de toekomst wordt?
Leo Janssen