21 mrt.- Vanochtend genoot ik op de eerste lentedag tijdens mijn ochtendommetje met Snoetje van zo’n typisch Larens hoekje vol geschiedenis. We kuierden over de Ruiterweg richting Groene Gerritsweg. De magnolia staat in bloei, rechtopstaande tulpachtige bloemen die voorzichtig uit de knop komen.
Op nr.17, het huis naast de magnolia, woonde rond 1915 niemand minder dan Piet Mondriaan op een zolderkamertje bij de componist Jakob van Domselaer en zijn vrouw. Achter het hek , zittend bij de voordeur, leest bewoonster Machteld genoegzaam haar krant in het zonnetje. ‘Alsof ik aan de Côte d’Azur zit’, klinkt ze voldaan. Ik loop door naar de historische Vlasschuur. Vele kunstschilders woonden en werkten er. Arina Hugenholz, Frans Langeveld, Albert Neuhuys, Willem Knip, Derk Meeles, de bekendste; de Duitse impressionist Max Liebermann. In 1887 legde hij op zijn inmiddels wereldberoemde schilderij ‘De Vlasspinsters’ hun urenlang stoffige en ongezonde werk vast.
Honderd jaar later, in 1988, is er de beeldend kunstenares Toinie van Schendel komen wonen. Zaterdag 29 maart wordt van haar -in de Johnanneskerk- het eerste exemplaar gepresenteerd van ‘Nomadenvrouw, dwalend door licht&donker’, een heel bijzonder oeuvreboek , op een unieke manier -in leporello- prachtig vormgegeven. Leporello is een boekvorm waarbij alle bladzijden als een harmonica met elkaar zijn verbonden. In één lange intuïtieve beeldenstroom heeft ze 66 schilderijen vervlochten tot een poëtisch en kleurrijk verhaal. Als moderne nomade. ‘Een reis’, zoals ze zelf schrijft in de korte inleiding, ‘om in het reine te komen met de paradoxale buitenwereld. Met veel plezier, en af en toe een traan heb ik de verf, de kwast, het krijt, het potlood, de vorm en de kleur gebruikt om het leven te begrijpen: Ik heb geprobeerd voor mijzelf een rode draad te vinden bij de beelden die voorbij het denken zijn ontstaan. Verbeelding als sleutelwoord.’
Toinie van Schendel leerde de aarde voelen en eren in Afrika. Hoogzwanger vertrok ze begin jaren zestig met haar man de arts Dick Oomen als beginnend doktersgezin eerst naar West Afrika waar ze op het platteland in Nigeria woonde tussen de Hausa en rondtrekkende Fulani. Daarna 5 jaar in Oost-Afrika waar zij als taalkundige in Kenya onderzoek deed naar de taal van het klein nomadenvolk de Rendille. Later maakten ze reizen naar India, Egypte en Marokko. Haar man overleed vroeg. Veel later terug in Nederland werd ze zich bewust van een intens onontkoombaar gevoel van heimwee dat uitmondde in een zoektocht, een zich herinneren. Een reis in omgekeerde richting, naar haar binnenwereld. Vragen die onafwendbaar uit het niets opdoken; wie ben ik, waar kom ik vandaan, waar ga ik naar toe? Er kwamen beelden naar boven, uitbundig kleurrijk en poëtisch , die zich meanderend bewogen op de grens van een binnen- en buitenwereld, tussen licht en donker. Ze voelt zich dan ook een moderne nomadenvrouw op zoek naar grazige weiden, die door haar binnenwereld trekt. De heldin die haar eigen draken overwint. ‘Kunst is een poort naar durven kijken om in het reine te komen met de woeste, tere, onredelijke, mysterieuze paradoxale werkelijkheid.
Bol an mensen, Toinie, jong van hart vertelt in beeld met verve haar nomade verhaal op een unieke manier die vele lezers ervan zal inspireren .
‘Nomadenvrouw, dwalend door licht&donker’, Toinie van Schendel, 60 pagina’s full colour hardcover, vormgeving Angelique Kleijne, uitgeverij Nachtwind
Leo Janssen










