7 apr.-Ik woon in het Gooi, wat betekent dat ik theoretisch elk moment de trein naar Amsterdam kan pakken, maar het zelden doe. Vroeger was dat anders. Zaterdagochtend, tien uur, ik liep de coupé in alsof het een afspraak was met mezelf. Doel: The American Book Center. Boeken ruiken, titels strelen, iets vinden waarvan ik niet wist dat ik het zocht – en dan thuiskomen met een tas vol Engelstalige belofte.
Het is me verleerd. Of ik ben het verleerd. Het verschil ontgaat me, maar de boekenstapels in huis groeien als kamerplanten zonder pot. Ze woekeren. Sommige titels staren me al jaren verwijtend aan, ongelezen maar niet onbemind. Iets Japans, een wijsheid die ik ooit las en vervolgens ben vergeten, zegt dat het goed is zo. Dat boeken die je nog niet gelezen hebt, wachten op het juiste moment – zoals oude vrienden die weten dat je terugkomt.
Toch komt het nieuws hard binnen. Een steekpartij op de Dam. Niet ver van het Spui, waar ik ooit in de regen stond te twijfelen tussen Vonnegut en een pocket van Pema Chödrön. Ik koos Vonnegut, dat weet ik nog. Vandaag kies ik niet. Vandaag blijf ik thuis.
De vraag rijst vanzelf: wil ik nog? Misschien is het antwoord dit: ik blader nog vaak – door mijn eigen verlangen.
Bron: Willem Jan van den Brink

