Ik was nogal onder de indruk van de onthulling door burgemeester Nanning Mol en Elize van der Werff van ‘het 4 en 5 mei comité’, van de naamplankjes -herinneringsbordjes- die sinds vrijdag aan de bomen van de Brink zijn bevestigd en dorpsgenoten, oorlogslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, uit de anonimiteit moeten halen door ze ‘een gezicht’ te geven. (www.herinneringsbomenlaren.nl) Initiatiefnemer is John Timmerman. Ik kende hem van de voetbalverslagen van het eerste van SV Laren’99 die hij naar mijn website www.bol-an.nl iedere week trouw opstuurde. Ontmoet had ik John nog nooit. Hij sprak me aan bij de Prinsemarij of en vroeg Annemarie en ik ook een ‘kunstzinnig’ bordje wilde maken van een omgekomen dorpsgenoot met naam, datum van geboorte en overlijden en de plek waar ze waren omgekomen. We mochten het plankje zelf bewerken of inkleuren. John was erachter gekomen dat in al die jaren dat de Larense slachtoffers op 4 mei werden herdacht hun namen alleen maar in een rondgedeelde brochure voorkwamen. Een van die 72 namen was zijn oom, Stef Calis die op 18-jarige leeftijd werd gepakt, naar verschillende kampen werd gesleurd en in 1943 overleed aan een vreselijke ziekte. John ontdekte verder dat zijn opa- de vader van Stef- en de weduwe van het omgekomen gemeenteraadslid Van der Veer hebben tégengehouden – twee jaar na de oorlog- dat er namen op het herdenkingsmonument op de Brink zouden komen te staan. De commissie die zich daarmee bezighield stond onder leiding van burgemeester Van Nispen van Sevenaer die in 1934 een nogal dubieuze rol had gespeeld bij het terugsturen naar hun vaderland van 4 jeugdige Duitse socialisten die in het Larense kamphuis de Toorts o.a. met de latere Willy Brandt een 4e Internationale wilde gaan organiseren. Er ontstond grote commotie en de namen werden weggelaten. Nu,75 jaar later, heeft Timmerman 150 plankjes laten maken en nam daarin ook de vermoorde slachtoffers mee van ‘De Hoeve’ en de ‘Bergstichting’. Per e-mail kregen Annemarie en ik ‘onze’ namen. Henri Mozes Son (1880-1942) en zijn vrouw Marianne Son-de Hoop (1875- 1942) Engweg 15. Beiden omgebracht in Monowitz. Ik wilde meer weten en ontdekte dat Henri (Harry) een begaafd cellist was. De Rotterdamse musicus maakte sinds de oprichting in 1918 tot 1930 deel uit van het befaamde – ‘Een zijn zij van gevoelens’ – ‘Budapester Strijkkwartet’. ( Emil Hauser 1e viool, Joseph Roisman 2e viool, Istvan Ipolyi altviool. )‘De cellist lijkt daar waar zijn spel op de voorgrond treedt een der muzikaal sterksten van het viertal’, recenseerde het Handelsblad. De vier kunstenaars waaronder drie Hongaren reisden van ‘Noord Scandinavië door heel Europa richting Marokko en de Canarische eilanden. ‘De concerten werden gerekend tot het mooiste wat er op dit gebied kan worden gebracht’ aldus de krant. In 1930 stapte Harry Son uit het strijkkwartet vanwege persoonlijke stijlopvatting en werd professor aan het conservatorium van Berlijn. In 1933 na de machtsovername van Hitler moest hij Duitsland verlaten en werd in Palestina professor aan het conservatorium van Tel-Aviv. Net voor de oorlog keerde hij met zijn vrouw terug naar Nederland. ‘Ze werden voor het laatst gezien toen ze door de Gestapo werden weggevoerd.’ Op het plankje hadden Annemarie en ik twee steentjes gemonteerd. Ik wandelde in de namiddagzon langs Engweg 15. En draaide – eenmaal weer thuis – muziek van Ludwig van Beethoven, zijn kwartet op. 59 nr.1, dat ik vond op You Tube. In een uitvoering uit 1930 van het beroemde Budapester Strijkkwartet. Met de Larense cellist Harry Son.
Leo Janssen