6 dec.-Jacoba van Heemskerck wil in haar werk haar innerlijke gevoelswereld uitdrukken. Volgens haar levenspartner Marie Tak van Poortvliet draait haar kunst om de spirituele waarden die besloten liggen in natuur en leven.
Opgeleid in Laren door Ferdinand Hart Nibbrig ontmoet ze Piet Mondriaan en Jan Toorop in Domburg, waar een zomerse kunstenaarskolonie groeit. Samen schilderen ze onder het prachtige Zeeuwse licht en begint Van Heemskerck te experimenteren met luminisme en kubisme.
In 1912 wordt Van Heemskerck als ‘kubiste’ gepresenteerd op de Salon des Indépendants. Een jaar later exposeert ze op de Erster Deutscher Herbstsalon in Berlijn haar ‘Compositie nr. 6’
.
Met deze mystiek aandoende ‘boom’ staat ze aan het begin van haar loopbaan als belangrijke expressionist. De uitnodiging voor de Herbstsalon leidt tot haar aansluiting bij Der Sturm, waar ze haar uiteindelijke bestemming binnen de avant-garde vindt.
Bron en foto: Singer Laren/ Jacoba van Heemskerck, Compositie nr. 6, 1913, olieverf op doek, 120,5 x 100,5 cm, Collectie Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam. Uit de nalatenschap van M. Tak van Poortvliet (foto Studio Tromp)
Nu te zien in ‘1913. De grote kunstexplosie’. Meer info & tickets via singerlaren.nl/1913

