20 dec.- Een van de weinige charmes van de donkere dagen rond Kerst is de traditie om verschoppelingen aan ons hart te drukken, weliswaar niet letterlijk, want het moet wel gezellig blijven, maar dan toch in onze verhalen, in onze schuldbewuste gedachten en in onze voornemens. We zouden zelfs kunnen stellen dat het een van de voornaamste voorwaarden is voor een geslaagde Kerst om te weten dat er buiten achter de helverlichte ramen van onze knus versierde en goed verwarmde feestvertrekken een schooier kleumt in de sneeuw. Dat geeft diepgang aan ons geschrans, omdat we dan een reden hebben om een echte kerstgedachte te koesteren. Een meisje dat crepeert nadat zij haar laatste zwavelstokje in haar kleumende knuistjes heeft opgebrand, is het summum van Kerst, maar helaas is een dergelijke scène zeldzaam geworden sinds het rookverbod in de openbare ruimte de vraag naar zwavelstokjes drastisch heeft doen afnemen. Zo mooi wordt het dit jaar dus niet, maar misschien kunnen we een heel eind in de buurt komen als we onze gedachten laten uitgaan naar de arme stumpers die de bewindslieden zijn van onze huidige regering.
Neem Eppo Bruins, de minister van Onderwijs, die op een tochtige straathoek in de sneeuwjacht met tranen in zijn ogen in een kerstkoortje staat te zingen om wat duiten op te halen voor de wetenschap die hij in opdracht van de coalitiepartijen moet afschaffen. Toen er onderhandelingen plaatsvonden met het zogenaamde Monsterverbond van onverantwoordelijke oppositiepartijen over een aanpassing van zijn begroting, zijn eigen dierbare begroting, die hij met zijn eigen bloed op perkament had geschreven, werd zijn aanwezigheid niet op prijs gesteld.
Neem Fleur Agema, de minister van Volksgezondheid, die er evenmin bij was toen dat Monsterverbond geld uit haar beurs haalde om de begroting van collega Bruins enigszins op te fleuren en die nu ziet dat de gemeenten en de zorgorganisaties uit het Integraal Zorgakkoord stappen. Haar partijleider Geert Wilders heeft haar verraden door haar zonder enig overleg op te zadelen met ondragelijke bezuinigingen. ‘Er moet iets zijn misgegaan,’ fluistert zij vertwijfeld, terwijl haar schamele lompen wapperen in de snijdende decemberstorm.
Maar onze gedachten gaan vooral uit naar Marjolein Faber, de arme minister van Immigratie, die moederziel alleen, kleumend zonder alle woordvoerders die zij heeft ontslagen, vol achterdocht jegens haar eigen ambtenaren, gedwongen wordt om dag in dag uit blijk te geven van haar eigen incompetentie, omdat haar partijleider Wilders haar opjaagt om het strengste asielbeleid ooit vorm te geven. Maar ze heeft geen idee hoe dat moet, ze heeft in haar hele leven nog nooit iets vormgegeven, dus slaat ze wild om zich heen met stoere beloften, valse beweringen, half begrepen proefballonnetjes, Deense waarschuwingsborden en onrechtstatelijke onzaligheden. Zij staat in het wilde weg te stampvoeten in de torenkamer van haar ontredderde departement. Zij droomt nog steeds elke nacht van haar dragende motivering. Eindelijk, na vele maanden, heeft zij de eerste wetsontwerpen de deur uit gestuurd, maar het zal met zekerheid blijken dat daar weer van alles mis mee is, dat het niet mag, dat het niet kan en dat het niet doorgaat. Ze gaat steeds minder graag bij Geert op bezoek, hoewel hij de enige is in gans het land die ooit in haar heeft geloofd. Was ze maar iets intelligenter dan zij is, denkt zij soms. Dan zou zij misschien begrijpen dat Geert haar expres laat falen om de rechters en de instituties van de rechtsstaat de schuld te kunnen geven van alles wat zij door haar domheid verknoeit.
Laten we een kort moment denken aan het bittere lot van deze verschoppelingen terwijl het vet van de gevulde kalkoen langs onze kinnen druipt. Ook voor hen is het Kerstmis.
Bron: Ilja Leonard Pleijffer