11 nov.-Het gaat goed met de ijsvogels in de regio. In 2024 werden niet minder dan 98 paar als broedvogel vastgesteld. Alleen in 2017 waren er meer, toen 104 paar.
Dat meldt coördinator Jelle Harder van de IJsvogelwerkgroep Gooi en Vechtstreek. “Ieder jaar is het weer afwachten hoe het broedseizoen zal verlopen. Op veel vaste plekken wordt jaarlijks door ijsvogels gebroed. Dat broeden gebeurt in een steile, kale oever waar ijsvogels een nestgang in graven.”
De vele regen maakte het dit jaar op sommige plaatsen onmogelijk om de nestgang in te gaan. Het water stond soms meer dan een meter hoger dan normaal. In 35 jaar onderzoek was dat niet voorgekomen, aldus Harder. “Nadat het water flink gezakt was, werd in een enkel geval alsnog gebroed. Het hoge water was geen belemmering om vis, het hoofdvoedsel, te vangen.”
Nieuwe broedplekken
Ieder jaar worden ook weer nieuwe broedplekken ontdekt, zoals het eerste ijsvogelbroedgeval in de gemeente Laren. Nooit eerder zijn daar broedende ijsvogels waargenomen. Niet zo verwonderlijk, aldus Harder, want in Laren zijn geen grote waterpartijen of brede sloten. “De ijsvogels in Laren zullen zich vooral gevoed hebben met visjes uit de vele tuinvijvers.”
Opvallend ook was volgens de Hilversummer een broedgeval waarbij ijsvogels een nestgang hadden onder een steiger in een Loosdrechtse haven, of in een broedwand voor oeverzwaluwen. Een bewoner langs de Vecht meldde een succesvol broedgeval in zijn tuin waar hij zelf een broedwand had gemaakt. Harder: “IJsvogels broeden tweemaal en 10 procent soms drie keer per jaar, staat er in de boeken. Het onderzoek van de IJsvogelwerkgroep laat zien dat vanaf 2012 er door 50 procent van de ijsvogels driemaal wordt gebroed. Aangenomen wordt dat klimaatverandering hiervan de oorzaak zal zijn.”
Vogelring
Naast de jaarlijkse monitoring van de broedlocaties zijn er ook nieuwe activiteiten. Sinds vijf jaar worden jonge ijsvogels van een vogelring voorzien om te achterhalen waar ze heen gaan. Daarbij worden de jongen ook gewogen en gemeten wat informatie geeft over de conditie van de jongen.
In 2023 was er intensief onderzoek gaande naar het aantal eieren en jongen in de nesten. Daarbij viel het op dat plotseling eieren of jongen verdwenen waren. Soms was er een gat gegraven naar een nest wat er op wijst dat een vos of marter de eieren of jongen gepredeerd had. Om hierover meer duidelijkheid te krijgen is in 2024 het onderzoek hierop gericht geweest waarbij gebruik gemaakt is van camera’s. De eerste indruk is dat predatie kan gebeuren door marters en vossen maar ook door ratten en zelfs ijsvogels. Op 14 november houdt de Vogelwerkgroep Het Gooi en Omstreken een lezing over het ijsvogelonderzoek, waarbij Harder de spreker is. Bron en foto: BEL Nieuws/ Jeroen Stel