25 mrt.- ‘
Is er ooit sprake van geweest van een Van Gogh Museum in Laren? Een miniem berichtje in de ‘de Bel’ (8 december 1959) vertelt ‘hoe spijtig het is dat indertijd de Van Gogh collectie niet in een door het gemeentebestuur beschikbaar te stellen gebouw is ondergebracht. Naast het Singer- dus een Van Gogh museum. Jammer dat het toen bij een plan is gebleven. ‘Een gemiste kans gezien de betrekkingen welke de familie Van Gogh aan Laren bindt.’ (14 september 1962)
Stel dat het was doorgegaan, dan had Laren per jaar 1,3 miljoen touristen door het dorp zien trekken. Singer scoorde in 2023 een historisch record met 290.000 bezoekers. Een miljoen minder. Had Laren al die internationale bezoekers (82%) overleefd? Waren we in plaats van een groen en charmant winkeldorp een overlopen kunstkermis geworden met giftshops vol affiches, koffiemokken, zonnebloemdekbedden en amandel behang?
Ir.Vincent Willem van Gogh werd 31 januari 1890 in Parijs geboren. Zowel zijn oom, de kunstschilder Vincent van Gogh als zijn vader, de kunsthandelaar Theo van Gogh stierven voordat hij een jaar oud was. Zijn moeder, Jo van Gogh-Bonger zag het als haar levensopdracht haar zwager bekend te maken over de hele wereld, hetgeen haar in haar eentje lukte. Vincent verkocht bij leven slechts twee schilderijen. Na haar overlijden in 1925 erfde ‘de ingenieur’ de inmiddels wereldberoemde collectie. Sinds 1927 woonde hij in villa ’t Lanthuys’op het Rozenlaantje.
In mijn eerste boek Bol-an beschreef ik de zeven getypte velletjes die ik van de huidige eigenaar Ellard Blaauboer ontving, waarin Johan van Gogh, zoon van ‘de ingenieur’ het huis uit zijn jeugd’ beschreef. ‘Het hing vol schilderijen. Op het toilet liefst drie boven elkaar. Koninginnedag 1941 sloeg de bliksem in. Buren belden de brandweer. ‘Ondanks de vier stralen van de motorbrandspuit brandde het geheele rieten dak af.’ (Bel 2 sept. 1941) De schilderijen belandden op het grasveld en werden gered. Gelukkig was bijna de gehele Van Gogh collectie vanwege de oorlog veilig ondergebracht in bunkers in de duinen bij Castricum. Vier jaar lang heb ik in allerlei archieven gezocht naar een mogelijk museum in Laren gespeurd. Vorige week kreeg ik de oplossing met medewerking van dorpsgenoot Jaap van Duyn en de Van Gogh wetenschapper Teio Meedendorp. De laatste stuurde het Van Gogh Museum Journal 1995, over o.a. ir. van Gogh’s droom midden jaren vijftig de collectie bij elkaar te houden in een museum. Zou het dan toch? Museum Mesdag en ‘Museum Kröller-Müller waren niet geïnteresseerd. Zundert, de geboorteplaats van de schilder was te afgelegen, ‘wellicht Laren als nieuwe thuisbasis voor zijn collectie? Voetnoot 21 verwees naar Het Parool 4 juni 1992. Sociologe Emma Brunt interviewt de Larense wethouder (1946-1958) Carel van Pampus, lid van de museumcommissie van Singer. Hij vertelt hoe Anna Singer na de dood van haar man blindelings deed wat de kunstschilders de gebroeders Jaap en Willem Dooijewaard wilden en omgekeerd. ‘Dat was een heel hecht triumviraat.’ Van Pampus spreekt over de kansen die zodoende zijn gemist: ‘Het Singer had notabene de hele Van Gogh collectie kunnen hebben, want ingenieur Vincent W.van Gogh bood die hier als eerste aan! Maar Jaap Dooijewaard zei: ‘Dat komt het museum niet in!’ In mijn functie als wethouder heb ik nog mijn uiterste best gedaan om ingenieur van Gogh te apaiseren, maar het was te laat: die man was razend. En ach, achteraf was het Singer toch te klein geweest om zo’n belangrijke collectie te huisvesten.’
In 1973 werden alle werken overgebracht naar het Van Gogh Museum, dat op 2 juni door koningin Juliana werd geopend.’’ Of er dus ooit fysiek een gebouw in Laren had kunnen staan, blijft een raadsel, maar dat de geweigerde collectie Laren op een andere manier op de kaart had gezet is – gezien de drukte rond het huidige museum in Amsterdam- wel zeker. Bol an mensen, Amsterdam is slechts 20 minuten rijden en Laren is er museaal ook niet op achteruit gegaan de laatste decennia.
Leo Janssen