20 febr.-
Weer of geen weer. Waar zouden we zijn zonder ons favoriete gespreksonderwerp? En zullen wij ons ooit verzoenen met ons weer? Veel Nederlanders vluchten als het even kan naar een ‘mooier’, zonniger klimaat. Maar die alom verguisde kou, regen en mist waren een onuitputtelijke inspiratiebron voor dichters en schilders.
Het gedicht ‘De wolken’ van de Friese dichter Tsjêbbe Hettinga spreekt boekdelen:
En weer de wolken, de wolken
Steeds maar weer de wolken, de wolken,
Wolken, altijd weer de wolken,
En dan, het water, water, water,
Steeds maar weer het water, water,
Het water, altijd weer het water,
En sindsdien, vloeden vloeden later,
Mensen, wensten water naar de zee,
Wensen wieken, molenmensen,
Wind onder de wolken, de wolken,
Steeds maar weer de waterwolken,
De wolken, altijd weer de wolken.
Tsjêbbe Hettinga, De wolken, uit Weer en wind – 100 gedichten en 100 gezichten
Afgebeeld: Hans Peter Feddersen, Waddenzee, 1905, Museum Kunst der Westküste
Bron en afbeelding: Singer Laren