1 dec.- Sinds mijn vrouw Annemarie vier weken geleden met ons Cotonnetje ongelukkig ten val kwam bij de rotonde op de Torenlaan, kan ze ondanks fysio, chiropractiei en na het nemen van foto’s in het ziekenhuis,- gelukkig niets gebroken,- Snoetje niet meer uitlaten.
Haar spieren en botten hebben zo’n klap gekregen dat het door ‘rechtop lopen met krukken en pijnstilling’ over moet gaan, zei de dokter. Een hard gelach want drie keer per dag een ommetje door de buurt was voor beiden een uitje. Nu ik dat van Annemarie overneem, is het voor mij – ik deed het nooit- een ware ontdekkingstocht.
Bij het hek begint het al. Met de ogen van een zigeunerkind is Snoetje’s eerste blik op mij gericht. Dat wil zeggen op de koekies die ik in mijn jaszak heb zitten.
Na een eerste consumptie trippelt de mini-diva koket vooruit. De kont parmantig omhoog, haar staart wuivend in de lucht. Na een eerste verkenningsmeter onderaan de heg – er is mij wel eens verteld dat snuffelen voor honden hetzelfde is als funshoppen voor dames- wordt ze meteen afgeleid door het stemgeluid van kinderen die achter ons met zijn drieën midden op de glimmende straat door de ochtendmist aan komen fietsen.
Ze schiet onverwacht naar rechts. Met de band hou ik haar strak. Even verderop op Mauvezand nr.11 keft een Pommeriaantje driftig om zich heen, wild rennend over het erf. Niet interessant voor onze bijna vijf maanden oude pup.
Zorgvuldig richt ze haar witte snoet naar voren. Tussen de kleurrijke herfstblaadjes is ze op zoek naar alles wat blinkt, papier is of plastic. God, wat ligt er allemaal voor haar bedreigende rotzooi op straat. Ontspannen lopen is er niet bij.
Bij de Remiseweg steken we over naar Kopjeskampen. Op de hoek kwispelt Nonnie achter het hek Snoetje tegemoet.
Jacqueline vraagt hoe het met Annemarie gaat:’ Doe je haar de groetjes’.
Brief in de postbus bij Carla’s vroegere stomerij.
We kuieren langs het vroegere buurtwinkeltje van Fietje Wijntjes het Oosterend op. Kuieren is eigenlijk niet het goede woord, lopen of wandelen ook niet, de beroemde Zweedse auteur August Strindberg gebruikte liever het woord promeneren: voor je plezier wandelen alsof het een feest is.
En dat is het voor Snoetje, want bij fotografe Ineke Vaasen wacht Iso, een Border Terriër. Een keer per maand rijdt ze met haar jachthond naar Bergen op Zoom voor een cursus.
Als een living statue laat ze haar lieveling van boven naar onderen en van achteren naar voren door Snoetje besnuffelen. Daarna gaat het witte koekiemonster op de weg liggen en tracht al blaffend Iso alsnog in beweging te krijgen.
Het ongeleide projectiel heeft inmiddels de hele buurt wakker gemaakt. Brinkie aan de overkant krijgt achter het hek eenzelfde aubade. Ook Saartje, net terug uit Oostenrijk, wacht een crosstalk. Echt lopen is er niet meer bij als Karel Loeff met zijn blote voeten in sandalen komt aanfietsen en onze witte pluizenbol afstappend begroet. Wat een vrolijke buurtoploop.
Toch maar weer verder richting huis. De basiliek slaat al half tien. In de verte nadert een dame met Puck, een Basset Fauve de Bretagne, vertelt ze.
Ze draagt een mooie lange mantel. Een avond ervoor vloog Snoetje op ooghoogte bij Anna van Toor, op een feestelijk verlichte Brink bijna in de zoom van zo’n sjieke jas.
Om de hoek bij Pruikenburg, het landhuis te midden van hagen vol schitterende herfstkleuren, hoek Wally Moesweg duikt Snoetje als een drone boven op een mij onbekend ras. Lulu heet het ‘gewillig slachtoffer’. Hilarisch.
Even ervoor, ik had het niet gezien, kauwt ze een plastic dop. Koekie ervoor, dop eruit, koekie erin. Bol an mensen, wat een feest!
Leo Janssen