30 sept.- Vorige week schreef ik over Walraven en Gijs van Hall, twee broers die tijdens de oorlog met de grootste bankroof ooit de illegaliteit in Nederland financierden. Walraven (Wally),‘de minister-president van het verzet’, werd op 39-jarige leeftijd verraden en in Haarlem gefusilleerd. Gijs keerde na vijf loodzware verzetsjaren terug naar Amsterdam, nadat hij met zijn gezin tien jaar op Grenslaantje 2 (toen ‘Post Laren’) had gewoond. In ‘Laren’ zoals de verzetsheld en zijn vrouw Emma van Hall-Nijhof, bekend van haar literaire NRC-artikelen en AVRO-radiopraatjes, zelf destijds hun ‘schuilplaats’ in Blaricum noemden.
Dit bleek uit het meeslepende boek Alleen omdat ik een Van Hall ben. Gijs van Hall 1904-1977 van de historicus Dirk Wolthekker, die op deze biografie promoveerde. Hij verbaasde zich (blz. 143) dat Gijs op het lijstje verzetshelden in ‘het jongste boek over de oorlogsgeschiedenis van Laren’ niet voorkwam. ‘Ik heb het tenminste nergens kunnen vinden,’ vertelt hij op zijn werkplek aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Ik vond het raar dat het verhaal van de beroemde en later verguisde burgemeester van Amsterdam in jullie dorp niet gekend was, maar realiseerde me ook dat zijn bekendheid als eerste burger van de hoofdstad pas veel later is gekomen.’
Gijs en Emma behoorden tot de eerste generatie forensen die naar Het Gooi trok. De patriciërsfamilie Van Hall woonde al sinds de zeventiende eeuw in Amsterdam. Gijs’ vader, rijk geworden als bankier, was een autoriteit in de internationale geldhandel, maar tijdens de wereldwijde beurskrach, oktober 1929, ging zijn vermogen grotendeels verloren. Vroeger trokken gezeten burgers naar de duinen bij Aerdenhout, maar Gijs en Emma vestigden zich na hun huwelijk aanvankelijk in New York, waar zijn vader een baantje voor hem had geregeld. In 1931 kwamen ze terug naar Amsterdam, maar in 1935 (Emma was zwanger) belandden ze in Laren, waar de huren veel lager waren dan in Amsterdam en waar ook Gijs’ broer Floor woonde. Gijs forensde dagelijks met tram of fiets naar zijn kantoor in Amsterdam. Emma zorgde voor de twee kinderen van wie er een doof geboren was. Haar school stond in Amsterdam. Zo hielden de Van Halls toch contact met de hoofdstad.
‘Laren’ was een fijne plek. Gijs, die in de jaren zestig als burgemeester bekend stond om zijn narrige karakter, was als pater familias in de privésfeer enorm gezellig. Als er feest was in Laren, gebeurde dat thuis. Geld voor een café of Hamdorff was er niet. Nu normaal, destijds voor de remonstrants-hervormde familie te ordinair en te gewoontjes. Gijs zat tot aan zijn ellenbogen diep in het verzet. Er kwamen wel verzetsmensen over de vloer, maar geen mensen uit Laren. Het waren Amsterdammers die een zogenaamd ‘vriendenbezoekje’ aflegden. Wolthekker: ‘Ik begreep later van dochter Marleen dat zij wel vermoedde dat er iets gaande was. Er werd af en toe thuis wat geheimzinnig en op zachte toon gesproken, maar ze was te jong om te beseffen waarover.’ De Van Halls hadden een oud atelier in de tuin dat tot een uur of vier ’s middags als (nood)schoollokaal werd gebruikt omdat de Duitse bezetter de scholen in het dorp had gevorderd en omdat Gijs zo actief was in het verzet moest iedereen denken dat hij vooral een doodgewone burger van Laren was.
Bol an mensen, Gijs van Hall, een verzetsheld die met een blijvende herinnering op het Grenslaantje herdacht moet worden. Binnenkort meer hierover!
Het boek Alleen omdat ik een Van Hall ben. Gijs van Hall 1904-1977 van Dirk Wolthekker is nog te verkrijgen als e-book via https://www.uitgeverijbalans.nl/boeken/alleen-omdat-ik-een-van-hall-ben/
Leo Janssen