3 mei.- Ik weet niet hoe het u vergaat met 100-jarigen, maar bij mij is het altijd wat. Of het nu om bedrijven, bouwwerken of mensen gaat. Zijn ze inmiddels de honderd al gepasseerd, staat het nog te gebeuren of zijn ze op de dag zelf niet aanwezig?
Dat laatste overkwam mij toen ik burgemeester Roest moest vervangen en de eeuweling in het verzorgingshuis mocht toespreken: één van mijn wensen op mijn bucketlist als locoburgmeester. Eenmaal met ambtsketen om gearriveerd, was de 100-jarige lieve mevrouw zo afwezig dat ze meer geïnteresseerd was in de meegebrachte doos met chocolaatjes dan in mijn ‘feestrede’, die ik dan ook met plezier heb uitgesproken voor de nog overgebleven familieleden.
Het tweede fenomeen, ‘de honderd ruim gepasseerd’, kwam ik tegen bij de Laarder Courant de Bel. Bestond de lokale krant nou 100 of 105 jaar? Het centennium bleek -na lang speuren- vorig jaar te zijn geweest, maar niemand die dat door had. Geen jubileum.
Afgelopen weekend was er in Laren opnieuw een eeuwfeest. Van de met veel liefde en toewijding gerestaureerde monumentale muziektent. Jan Vos en zijn vrijwilligers zijn er maanden mee bezig geweest. Het goed bezochte programma was spectaculair gevuld met shantykoren uit de buurt.
Op het allerlaatste moment ontstond er onduidelijkheid over het 100 -jarig bestaan. Heel vervelend, want twee weken geleden kwam ik de grote animator tegen bij de patattent op de markt. Ik vertelde hem dat ik een bijzondere foto van ‘zijn’ muziektent had gevonden waarin een H.Mis werd opgedragen. Waar, wanneer? Ik beloofde hem het uit te zoeken voor een mogelijke column ter promotie van de feestelijkheden. De foto bleek van 1949 toen de M.C.C. als gastvrouw optrad – met broeder Philibertus als aanjager- van het eerste R.K.Bondsconcours compleet met mars-,tamboer-,en tamboer-maitre wedstrijden.
Tot mijn verbijstering en sneu voor Jan en zijn mannen kwam ik in het streekarchief er ook achter dat de officiële ingebruikname van de huidige muziektent pas in 1926 was.
Dat konden de vrijwilligers niet weten, zij baseerden zich op een artikel in het kwartaaltijdschrift van de Historische Kring. Ik schreef erover in Bol an 311.(4 april 2024). Heel onverwacht daarna, op zaterdagmiddag, ontving ik per mail twee nota’s/rekeningen die aan de gemeente waren gericht. Uit 1924! ‘Lichtleiding en gesloopt’ aan de muziektent door H.Calis (1924) en plaatsen van een muziektent door J. Snelder (30 april 1924) ): nota’s die door Karel Loeff bij zijn kermisonderzoek in het streekarchief verrassend tevoorschijn waren gekomen. ‘Hoe overtuigend bewijs kun je hebben’, schreef ik op ‘Bol an’. Ondanks míjn krantenbewijs in o.a. Gooise Post en Gooi- en Eemlander, dat de officiële schouw en opening van de nieuwe verrijdbare muziektent plaatsvond eind april 1926.
Een bizarre ontwikkeling, de nota’s logen er niet om en voor de mannen meer dan leuk. De lucht rond de onduidelijkheid van het juiste jaartal van de opening van de Muziektent leek geklaard. Het kon de feestvreugde alleen maar verhogen op zondag!
‘Ik zal mijn column zeker gaan aanpassen, schreef ik, en mijn gegevens over de verrijdbare muziektent – sinds 1914 is een muziektent onderwerp van gesprek in de gemeenteraad- nog eens goed nalopen en verder onderzoeken.’
Uiteindelijk vond ik het echte bewijs. De twee nota’s/bonnetjes uit 1924 betroffen een andere muziektent: een ’muzikaal schavot’, getuige de recensie (Gooi- en Eemlander 1 mei 1926) van het openingsconcert op 30 april. Ook was het ontwerp niet van Wouter Hamdorff, maar van de directeur gemeentewerken P.B.J.Schiloo , uitgevoerd door de firma E.Majoor .
De mensen keken destijds dan ook hun ogen uit op de Muziektent, getuige het krantenverslag.
‘Onder groote belangstelling, vond het aangekondigde concert op den Brink plaats. Voor de pauze was het “De Larensche Harmonie” die, onder leiding van haren directeur, den heer Herm. Lureman, een welverzorgd programma uitvoerde, terwijl na de pauze het R.K.Fanfarecorps “Sint Vitus”, onder leiding van den heer L.van der Veer jzn., op onberispelijke wijze verschillende muzieknummers ten gehoore bracht. De nieuwe verplaatsbare muziektent, die dezen avond voor het eerst werd ingebruik genomen, trok aller aandacht. De tent ziet er eenvoudig doch netjes uit. De in groen en rood geschilderde zijwanden geven aan het geheel een fleurig aanzien waarbij de in nankin kleur geschilderde stijlen en kap op stemmige wijze afsteken. De verlichting met Argentalampen is uitstekend. Hoewel nu niet bepaald van een sierlijken muziektempel gesproken kan worden, beteekent het geheel toch een beduindende verbetering en behooren de dagen van het troostelooze muzikale schavot gelukkig tot het verleden.’
Bol an mensen, in het kwartaalschrift van de Historische Kring in juli veel meer details. Overigens gaat het mij niet om mijn gelijk, maar wel om de historisch juiste feiten. Bovendien hoop ik dat Jan Vos en zijn mannen het jubileum met de koren in 1926 nog een keer over doen. Zij konden een maand geleden het nog niet weten en baseerden hun gegevens op een niet correct artikel en twee nota’s rond een ‘muzikaal schavot’?
Leo Janssen
Illustratie: Karin Calis