28 dec.- Als jongste – de laatste van negen- uit een groot Rooms gezin vond ik de Kerst verreweg de mooiste tijd van het jaar. Wat het voor mij extra feestelijk maakte was 28 december. ‘Het feest van de onnozele kinderen’. Als benjamin mocht ik bepalen wat er die dag ’s avonds op tafel kwam.
Het katholieke feest is eeuwen oud. De eerste bron rept over eind 5e eeuw. Wie denkt dat het bedoeld is voor de weinig getalenteerden onder onze jongsten, heeft het helemaal mis, hoewel.
Onnozel komt volgens de etymologen van onnosel, de Middelnederlandse vertaling van het Latijnse innocensdat onschuldig, onschadelijk betekent. In de Middeleeuwen werd dat al gauw naief, dom of dwaas. Het kerkelijke feest viel dan ook samen met het volkse Narrenfeest. Net als carnaval, een ‘omkeringsfeest’ waarbij de hiërarchie werd omgedraaid en o.a. kinderen het dus voor het zeggen hadden.
De katholieke kerk herdenkt met’ het feest’ de pogrom van de kindermoord door keizer Herodes. Hij was in de Romeinse senaat uitgeroepen tot koning der joden. Als een vazal heerste hij over Palestina van 37 tot 4 voor Chr.
Het Mattheüs evangelie vertelt hoe hij van drie magiërs uit het Oosten hoort dat er een jongetje geboren is dat de koning der joden wordt genoemd. Hij stuurt ze op pad om te achterhalen waar de pasgeborene zich bevindt zodat hij het kind later kan bezoeken. De drie wijzen gaan op weg, volgen een ster en brengen in Betlehem een eerbetoon aan de nieuwe koning met wierook, mirre en goud. Als de Wijzen in een droom vernemen dat Herodes, bang voor zijn job, dit kerstkind wil doden, besluiten ze hem om de tuin te leiden en keren via een andere weg terug naar huis. Jezus Maria en Jozef vluchten naar Egypte. Herodes, die daar achter komt wordt furieus, stuurt zijn mannen uit en laat in Bethlehem en omstreken alle jongetjes van twee jaar en jonger vermoorden. Omdat de kinderen sterven in plaats van de pasgeboren Jezus worden zij als martelaren vereerd en heilig verklaard.
Onlangs heb ik het verhaal over de kindermoord in een Vlaamse vertelling van de schrijver, schilder en autodidact Felix Timmermans (1886-1947) op Marktplaats voor een tiental euro’s op de kop kunnen tikken. ‘Het Kindeke Jezus in Vlaanderen’. In mijn jeugd heb ik op school zijn werk horen voordragen en koester daar nog steeds een bijzondere kerstherinnering aan. Ook aan die prachtige illustraties door Timmermans zelf getekend.
De novellist, drie keer voorgesteld als kandidaat voor een Nobelprijs, liet zich hiervoor inspireren door de schilderijen van Pieter Bruegel (1525 – 1569). Bijzonder is dat Felix Timmermans de kindermoord van Herodes situeerde in eigen land en uiteindelijk Maria en Jozef met hun kleintje op een ezeltje veilig uit Vlaanderen laat ontsnappen naar de overkant van de Schelde. Een schitterend volksverhaal.
Ik mocht dus kiezen wat er ’s avonds op tafel zou staan. Ik koos voor doorregen speklappen en rode kool. Heerlijk. Mijn broer Joop die vijf jaar ouder was, vond het het smerigste wat je kon eten. Heel veel later, ik werkte al bij de televisie en hij was CEO van Heijmans , zaten we als operaliefhebbers tijdens de Salzburger Festspiele net buiten de stad in het chique restaurant Pfefferschiff te lunchen en vertelde ik in het bijzijn van zijn vriend de Brabantse mecenas Jacques Stienstra hoe het er bij ons thuis aan toeging op 28 december. Bij het noemen van mijn lievelingsgerecht van toen draaide alsnog de maag van mijn lievelingsbroer zich om. Redelijk onnozel van mij.
Bol an mensen, dit jaar vier ik het kinderfeest met een extra snee kerststol van Remy uit Blaricum en een oliebeol van Tetteroo uit Laren. Ik wens u een goed uiteinde en een gloedvol begin van het Nieuwe jaar. En denkt u om de knallen. Mijn hond is er doodsbang voor.
Leo Janssen