30 apr.-De afgelopen week liep ik tijdens mijn ochtendommetje langs het S.O.L.L.akkertje met Snoetje mijn overbuurvrouw Carla met haar hond Maggie tegen het lijf. Ze vroeg me of ik ook wel eens een wandeling deed voor een goed doel. Een paar dagen later spraken we af in haar sfeervolle atelierwoning die diep verscholen ligt op het Mauvezand. De wandeling is bedoeld om zoveel mogelijk geld bijeen te brengen voor de Soroptimistenclub Laren. Soroptimisten zijn vrouwen die zich inzetten om de rechten, de positie én het leven van vrouwen en meisjes wereldwijd te verbeteren.
We spraken af dat ‘verhalen en geschiedenissen van vrouwen die in Laren een opmerkelijke en markante rol hebben gespeeld’, een mooi thema kon zijn om naar voren te halen in een wandeling van zo’n 10.000 stappen, een kleine twee uur.
Eenmaal thuis schoten me al direct bijzonder namen te binnen. Van Rode Jet, de eerste vrouwelijke journalist van Nederland tot kunstenares Cécile Dreesman, maîtresse van prins Bernhard. Kandidaten genoeg.
Vanuit een ver verleden natuurlijk Mie Rigter die haar zeven kinderen te eten moest geven in haar ‘beroemde’ Hut van 8 x 4 meter, een ‘geschenk’ van de heer Insinger nadat Mie’s man, een luiwammes, dronken liggend op de tramrails, zijn arm moest missen nadat ‘de Gooise moordenaar’ erover heen had gereden.
Of de kunstenares Wally Moes. Eind negentiende eeuw moest ze vanwege reuma stoppen met schilderen, maar publiceerde vanaf 1911 haar ‘Larensche dorpsvertellingen’ en autobiografie ‘Heilig Ongeduld’.
Natuurlijk mag ook Jo van Gogh-Bongers niet vergeten worden. Zij was het die haar zwager Vincent van Gogh wereldberoemd maakte. Tijdens Vincents leven had Jo’s man, kunsthandelaar Theo van Gogh slechts twee schilderijen van zijn broer verkocht.
En wat te denken van Corrie Pabst, die het prachtige Steenbergen 6 met atelier ‘de eekhoorn’ liet bouwen en onder sterke invloed stond van de kunstpaus H.P. Bremmer. Als één van de zogenaamde ‘Bremmerianen’, welgestelde vrijgezelle dames die woonden in knotsen van huizen in Laren en Den Haag en min of meer een eigen ‘kunstkring’ vormden.
Een andere markante persoonlijkheid was gravin van Bylandt, de freule die van 1945 tot 1967 in Laren woonde. De dame was puissant rijk, bezat eerder half Den Haag, was eigenzinnig, excentriek, maar geen Laarder die ooit van haar had gehoord. Eind juni komt er een boek van haar uit, geschreven door de auteur Alice Pegtel. Dat zal zeker onthullend zijn.
Net zoals de biografie over Anna Singer geschreven door Jet Boetje. Over haar ‘ménage à trois’ en onvervulde verlangens. Haar hele leven lang deed ze zich 5 jaar jonger voor.
De wandeling gaat zeker ook langs ‘Het kinderhuisje’, destijds op de Drift, waar Anne Frank de zomer van 1938 doorbracht.
Aandacht is er ook voor Carry van Bruggen, de schrijfster die voor het Zaterdags Bijvoegsel van het Algemeen Handelsblad haar wekelijkse ‘plattelandjes’ schreef, soms over Laren.
Van latere datum zijn de verrassende gebeurtenissen rond het album van het bakvisje Roosje van Lelyveld.
En wat dacht u van graficus Julie de Graag, harpiste Rosa Spier, Henriëtte Roland Holst of mecenas Sara de Swart. Kortom genoeg powervrouwen die Laren met een groots verhaal kleurden.
Na Koningsdag heb ik de ‘vrouwenroute’ onder een heerlijk zonnetje met veel plezier ingelopen. Naast deze markante en unieke vrouwenverhalen is er natuurlijk veel meer te vertellen over de lokaties die we en passant voorbijgaan . Kortom 10.213 stappen in een werkelijk schitterende omgeving.
Bol an mensen, binnenkort hoort u hier meer over.
Leo Janssen