4 mei.-
Laren heeft er voor even – tot 16 mei- een uniek kunstwerk bij. Nog wel van een internationaal gekende kunstenaar Thomas Hirschhorn(1957). Van Parijs tot New York maakte deze Zwitser de afgelopen decennia furore met zijn spraakmakende installaties, die de traditionele kijk op het beeldhouwen eind jaren ’90 radicaal veranderde.
Inmiddels is hij gelauwerd met prestigieuze kunstprijzen als de prix Marcel Duchamp, een tentoonstelling in het Centre Pompidou in Parijs en de Joseph Beuys preis in Bazel. Voor Zwitserland nam deze van oorsprong zijnde graficus deel aan de Biënnale van Venetië.
Heel verrassend staat nu aan de Naarderstraat bij garage Van Wees zijn ‘Mondrian altar’ dat hij eerder vormgaf in 1997. Aanleiding is de expositie ‘Rond de Hut van Mondriaan’ in de Nardinc galerij van Singer Laren ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van de Dooyewaard Stichting, de stichting, die historische ateliers o.a. die van Piet Mondriaan, Ferdinand Hart Nibbrig en Bob ten Hoope ter beschikking stelt als een werk- en woonplek voor talentvolle jonge kunstenaars. De expositie in Singer Laren bestaat uit een selectie werken van meer dan 60 kunstenaars die van deze ateliers gebruik hebben gemaakt.
Hirschhorns ‘Mondriaan Altaar’ is een monumentaal eerbetoon aan de Nederlandse schilder Piet Mondriaan, die begin twintigste eeuw in Laren verbleef en daar de kern van zijn artistieke visie ontwikkelde.Het kunstwerk is opgebouwd uit een collage van alledaagse voorwerpen, zoals knuffeldieren, foto’s, Mondriaan schoteltjes, verkeersborden, tekst- en beeldfragmenten, kaarsen en kunstbloemen.
Hirschhorn kiest altijd met zijn ontregelende installaties bewust voor die locaties die niet in het centrum of op strategische punten van een stad liggen, maar op onverwachte plekken.
Mijn overbuurvrouw schrok zich helemaal rot, toen ze het kunstwerk voor het eerst zag. In de Gooi- en Eemlander reageert ze dan ook: ‘Ik zag allemaal bloemen en kinderknuffels liggen. Ik dacht even dat er iets ergs gebeurd was, een ongeluk of zo, maar toen ik beter keek, zag ik dat het iets met Mondriaan te maken had. Wat mij betreft hadden ze dat best wel ergens op een bordje erbij kunnen zetten. Dat voorkomt schrik.’
Die verwarring werd ook bevestigd door de garage zelf: ‘Men vraagt ons inderdaad wat het nou allemaal precies is. Veel mensen weten niet eens dat Mondriaan hier heeft gewoond en dat is nou net de bedoeling van de kunstenaar.’
Museumdirecteur Jan Rudolf de Lorm van Singer Laren refereert in de krant aan de tijd dat Mondriaan in ons dorp volop experimenteerde met verf en papier. Ik word daar heel erg vrolijk van. Een persoonlijke groet van Hirschhorn aan Mondriaan die na zijn gooise jaren wereldberoemd zou worden.’
Ik moest om De Lorms reactie glimlachen en dacht aan het moment dat op dezelfde plek van het kunstwerk nu, de garage alweer een jaar geleden tot ergernis van vele dorpsbewoners de doorgang voor voetgangers afsloot met hekken aan beide kanten waardoor die voetgangers hun weg moeten vervolgen of oversteken over de gevaarlijke drukke straat. Die ergernis bestaat nog steeds. Daar mag ook wel eens een briefje bij hangen waarom het niet wordt opgelost. De spotfoto die met Femke Bol (A-I?) vorige zomer werd gemaakt, spreekt boekdelen.
Bol an mensen, als het kunstwerk voor die levensgevaarlijke situatie ( kinderen, ouders met kinderwagens) hiervoor ook aandacht vraagt, is het tijdelijke monument dubbel geslaagd en hoeven er na 16 mei nooit meer knuffelberen voor verkeersslachtoffers worden neergelegd.
Leo Janssen